De stadse jungle. Deel 2: de motorrijder

Zoals de leeuw heerst over de savanne, relaxed, ongebonden en vrij in zijn doen en laten, zo heerst de motorrijder over de stadse verkeersjungle. Maar de motorrijder is niet alleen in zijn habitat. In het tweede deel van de reeks 'dieren onderweg': andere motorrijders.

Als genoteerd in deel 1 van De Stadse Jungle, is de automobilist verreweg de gevaarlijkste weggebruiker. Zeker voor alle andere weggebruikers, maar ook voor zichzelf. Voor motorrijders gelden nog veel meer gevaren in de stadse jungle, waarbij medemotorrijders zeker niet de minst gevaarlijke 'dieren onderweg' zijn.
Wederom heeft dat weinig met het vervoermiddel op zich te maken, maar des te meer met het beestje aan het stuur. We ontkomen er niet aan motorrijders in algemene groepen te verdelen, waarbij ieder voor zich mag bepalen bij welke groep hij hoort. En waarbij aangetekend dat de ene groep de andere maar zelden serieus neemt.
Oplopend van gevaarloos tot extreem gevaarlijk voor zichzelf en de medeweggebruiker onderscheidt Stadsmotor.nl – soms tot verdriet van de eigen medewerkers – de volgende ruwe categorieën. Wie de schoen past, trekke hem aan...

Pekelbakkers/doorrijders

Rijden veelal op al dan niet oudere rechtopzitters met stroomlijn: toermotoren, sporttoermotoren, allroads. De motoren verkeren in uitstekende technische staat en staan steevast op banden die toegesneden zijn op het klimaat, jaargetijde en rijgebied. Op veiligheid wordt niet bezuinigd. Bewijs: in de winter overlijden geen motorrijders.
De bestuurders: zeer ervaren of hard op weg om zeer ervaren te worden.
Uitvliegtijd: alleen niet bij ijzel, sneeuw of windsnelheden vanaf 8 Beaufort.
Gevaarfactor: nul. Levende pekelbakkers/doorrijders hebben alles al meegemaakt en zien onder alle omstandigheden gevaar voor zichzelf en anderen van honderd meter afstand: van voor, achter, opzij, onder én boven.

Snobs

Elitaire subcategorie van de doorrijders.
De bestuurders: als de pekelbakkers/doorrijders, maar dan in het bezit van een recente toermotor in de categorie BMW RT, Honda Pan European en Yamaha FJR, uiteraard met full-ops, die naar zeggen als 'eerste vervoer' wordt gebruikt.
Uitvliegtijd: altijd, want voor gladde omstandigheden zijn bochten-abs, tractiecontrole en actieve vering.
Gevaarfactor: laag. Ze rijden echter meestal met alle koffers erop en ook nog eens altijd harder dan de rest, ook door de file, waar ze voor niemand aan de kant gaan, dus wekken nogal wat irritatie; bij de automobilisten die aan de kant moeten (!) en bij de achteropkomers die dan op ze moeten (!) wachten.

Motoragenten

Ambtenaren op vaak goed herkenbare dienstmotoren, gekleed als discoclowns.
De bestuurders: zeer hoog opgeleide motorrijders, aan wie je onmogelijk ontsnapt.
Uitvliegtijd: lente, zomer, herfst, soms in de winter.
Gevaarfactor: wisselend. Tegenwoordig schrikt iedereen zich een ongeluk bij het verschijnen van een motoragent, want sinds de menselijkheid uit het politiekorps is ingewisseld voor het rigide volgen van regels die voornamelijk gericht zijn op het binnenharken van zo veel mogelijk goud voor de schatkist, kun je overal en altijd aangehouden worden. Een goede diender vindt altijd iets en alles kost geld. Motoragenten verstoren per definitie de natuurlijke verkeersstroom, wat altijd gevaarlijk is.

Chopper/customrijders

Herkenbaar aan een lage tweewieler met vaak veel chroom of juist heel veel mat. Vaak voorzien van een dikke tweecilinder (1400+-cc), maar net zo vaak van een minder dikke tweecilinder of zelfs een dikke mono (de aloude Suzuki LS650 Savage). De krachtbron lijkt hoofdzakelijk gemonteerd voor het produceren van zo veel mogelijk k*therrie, die uitsluitend door de bestuurder wordt gewaardeerd.
De bestuurders: dragen vaak zwart leer, in een extreem geval zelfs met franjes die mee wapperen in de wind. Identificeren zich met Sons of Anarchy.
Uitvliegtijd: eind lente, zomer, begin herfst.
Gevaarfactor: gemiddeld. Chopper/customrijders zie je zelden in de spits of in de stad. De motoren staan vaker ergens in een schuur of garage dan dat ze op straat komen en de tijd die eraan wordt besteed, zit meestal in poetsen. Ze gaan soms in grote zwermen op terrasjestocht en hinderen dan voornamelijk fietsers in hun spoedige voortgang. De wegligging van choppers/customs is onvergelijkbaar met die van andere typen motoren, maar dat is gezien de gemiddelde snelheid zelden een probleem. De bestuurders zijn meestal meer van het om zich heen kijken dan het rijden, wat gevaar oplevert.

Harley-Davidson-rijders

Subcategorie van de chopper/customrijders. Harley-Davidson-rijders beschouwen zichzelf als een klasse apart, zelfs buiten de motorrijders. Motorrijders zijn het daar mee eens.
De bestuurders: advocaten, tandartsen, marketeers, artdirectors, secretaresses, MC-leden...
Uitvliegtijd: hoogzomer, 23,215 graden, windstil, wolkenloze hemel, met uitzondering van de MC-leden, die rijden het hele jaar.
Gevaarfactor: als bij choppers/customs, met bovendien een risico op narcolepsie als je ermee in gesprek raakt over motoren en Harley-Davidsons.

125 cc-ers

Kleinere/lichtere motoren en scooters die in trek zijn bij een tweeledig publiek.
De bestuurders: tweewielverslaafde oud-brommerrijders met A1-rijbewijs, maar ook (zeer) ervaren motorrijders die 'een snellere brommer' voor 'erbij' hebben.
Uitvliegtijd: 24/7/52, oftewel elk uur van de dag, het hele jaar door.
Gevaarfactor: aanzienlijk. De bestuurdersgroep heeft de logische neiging alles uit het van overheidswege geknepen machientje te willen persen. Enerzijds uit jeugdige overmoed en de nog niet ontwikkelde doodsangst, anderzijds omdat knallen nu eenmaal vet leuk is, maar beide resulterend in weggedrag dat overige weggebruikers maar zelden zien aankomen.

Beginners

Niet herkenbaar aan een type motor (voor kenners: behalve dat het niet de juiste is), wel vaak aan een nieuw pak en nieuwe helm, handschoenen en laarzen of juist een heel oud, slecht passend pak. Tevens te herkennen aan onnatuurlijke zithouding, (foute) momenten van remmen, insturen, gas geven, vergeten knipperlicht... Gaan in de file of stad niet naast de auto's of rijden daar te langzaam en maken geen ruimte als er snelverkeer achterop komt. Posten alles (!!!) wat betrekking heeft op hun motor op social media, stellen daar oerdomme vragen of geven oerdomme antwoorden op zaken waarvan ze niets weten. Vinden een temperatuur boven de 25°C geschikt om te rijden.
De bestuurders: beginnende motorrijders in elke leeftijd.
Uitvliegtijd: alle droge dagen, hoewel zelden in de winter.
Gevaarfactor: hoog. Uitzonderingen bevestigen altijd de regel, maar beginnende motorrijders hebben niet de juiste reflexen of het specifieke verkeersinzicht dat een motorrijder pas na jaren (rijden!) ontwikkelt. Het behalen van het A-rijbewijs betekent niet dat je kunt rijden, het betekent dat je de weg op mag. Oudere beginnende motorrijders maken vaak de fout dat ze op basis van hun rijervaring in de auto denken over het juiste verkeersinzicht te beschikken. Dat – in combinatie met het gegeven dat reflexen op gevorderde leeftijd niet zo makkelijk meer zijn aan te leren – is soms een fatale fout.

Lefgozertjes (m/v)

Zeer snelle en lawaaiige motoren: supersport, naked of supermoto, vaak in groepsverband.
De bestuurders: Roof-helm, hoodies, jeans met gaten, korte broek, T-shirt, slippers, voetballerstatoeages...
Uitvliegtijd: droge dagen eind lente, zomer, begin herfst.
Gevaarfactor: extreem. Lefgozertjes hebben vaak een uitstekende beheersing van de machine, maar lijden tevens geregeld aan grenzeloze zelfoverschatting. Ze rijden al wheeliënd met name elkaar aan of missen een bocht hier en daar, wat onderling respect oplevert. Het extreme gevaar schuilt erin dat ze geen enkel respect hebben voor alle andere weggebruikers.

Respect...

Om met het woord respect te eindigen... respect dient een motorrijder zeker te hebben. Voor de wetmatigheden van de natuur en zijn medeweggebruiker. Zeker ook voor zijn medemotorrijder. De ene Nederlandse stad na de andere mag bijeenkomsten van motorclubs verbieden, maar feit is dat er bij motorbijeenkomsten uiterst zelden rottigheid is. Het is een goede en vrolijke gewoonte onder motorrijders om elkaar naar hartenlust te beledigen op rijkunsten en motormerk of -soort. Alleen beginners zullen zich daardoor aangevallen voelen. Maar ook beginners worden gevorderd, en gaandeweg leert men het klappen van de zweep. Het klappen van de zweep dat voorschrijft dat motorrijders onderling één diersoort zijn. Sneller dan ieder ander dier, maar met altijd in het achterhoofd: with great power comes great responsibility. Het is alleen de verstandige motorrijder die ook een oude motorrijder wordt.

N.b. verwar 'oude motorrijder' niet met 'oude vent of oud wijf met A-rijbewijs'.

Michiel Heemskerk, verkeersfilosoof
4 juli 2018

Lees alle blogs op Stadsmotor.nl

 

Aangepast zoeken
FacebookTwitter
Voorpagina Motormetropoolpraat Michiel Heemskerk De stadse jungle. Deel 2: de motorrijder

Disclaimer - Privacy Policy