Motorbeurs Utrecht, een week later

De één ziet aan het opkomen van de sneeuwklokjes dat de lente nadert, de ander signaleert aan de hand van natuurschoon in een menselijker vorm dat de winter achter ons ligt. Dat natuurschoon betreft in dit geval een jongedame, trotse eigenaresse van haar eerste motorfiets.

De maandag na de Motorbeurs Utrecht, 's ochtend rond negen uur, werd ik op het parkeerterrein van een mijner Amsterdamse werkgevers (uitgeverij) aangesproken door een zeldzaam opgewekte, mooie jongedame met onmiskenbaar Aziatische trekken.
Ik vermeld specifiek de fysieke eigenschappen, want het gebeurt me niet vaak dat ik word aangesproken door een zeldzaam opgewekte, mooie jongedame met onmiskenbaar Aziatische trekken. Niet eens in een Chinees restaurant, zeg maar, zelfs niet als ik netjes naar lokale gewoonte de helft van mijn eten op tafel c.q. de grond heb achtergelaten en uitbundig heb geboerd en gespuugd, daarbij het bedienend personeel behandelend als slaven.

Deze jongedame – zo noem ik elke dame die ik onder de dertig jaar schat – wilde van mij weten wat de regels waren op het betreffende parkeerterrein met betrekking tot het plaatsen van motorfietsen.

Dat zit zo.
Het betreffende parkeerterrein valt onder de verantwoording van een persoon die qua daden-, regel en geldingsdrang helaas alleen te omschrijven is als het ongelukkige product van een even ongelukkige amoureuze relatie tussen een rigide PTT-loketbeambte (regel is regel) en een ambitieuze SS-officier (Befehl ist Befehl). Hoewel het parkeerterrein valt onder de wegenverkeerswet – hetgeen betekent dat er geen regels bestaan omtrent het parkeren van motorfietsen (die bestaan alleen bij plaatselijke verordening in Zandvoort aan Zee en Valkenburg a/d Geul) – ziet betreffende persoon het als zijn missie om het motorrijders op zijn parkeerterrein zo lastig mogelijk te maken. Aanvankelijk door motorrijders te verbieden bij de (achter/personeels)ingang te parkeren, later door ze te verbieden op een overigens volkomen loos geplaveid terrein nabij die ingang te staan, voorts door ze te sommeren plaats te nemen in het fietsenhok, en uiteindelijk door ze te verplichten te stallen op een tweetal speciaal daartoe ingerichte motorparkings, óf op autoparkeerplaatsen.
Met die laatste maatregel is de Sturmbannführer diep door de knieën gegaan, ware het niet dat hij de motorparkings aan de verste randen van het parkeerterrein heeft gesitueerd, ver van de ingang van het pand (want het is nogal een parkeerterrein). En wat was nu net de reden dat we met de motor kwamen? Juist, altijd parkeren dicht bij de plaats van bestemming. Het is dan ook niets minder dan logisch dat een paar hardcore bikers – onder wie ondergetekende – categorisch weigeren gebruik te maken van de motorparkings. Niet om dwars te liggen, maar vooral omdat er geen enkele reden is waarom wij niet zouden mogen parkeren waar we willen parkeren, op een plek waar meer dan voldoende ruimte is en waar we helemaal niemand in de weg staan, en waar we van de wet bovendien mogen staan. Dus puur om aan zijn ingebeelde machtsgevoel gevolg te geven.
Noem sommige motorrijders eigenwijs, koppig, recalcitrant, we laten ons niet de wet voorschrijven door een ambtenaar, tenzij deze een lelijke gele jas aan heeft en een bonnenboek op zak.
Wat bedacht die rare terreintrol vervolgens? 'Fout' geparkeerde motoren aan de ketting! Dat is volgens de wet echter niets anders dan het zichzelf onrechtmatig toe-eigenen van andermans eigendom: diefstal. En met de boodschap dat we de volgende keer niet hem vragen om de ketting te verwijderen, maar direct aangifte doen bij de politie, is de huidige status quo ontstaan waarin we elkaar openlijk en intens haten, waarbij hij nog eens op pure minachting kan rekenen.

Dit alles heb ik bovengenoemde jongedame allemaal niet verteld, want ik ken het effect van dit soort uiteenzettingen op mensen die niet geboren zijn met een intense afkeer van domme regels en de ambtenaren die ze desondanks menen te moeten handhaven.

Maar dat wilde de jongedame ook helemaal niet weten, begreep ik direct. Want vrijwel meteen na haar vraag over de parkeermogelijkheden – nog zonder mijn antwoord af te wachten eigenlijk – vertelde ze er achteraan dat ze 'gisteren' (nu een week geleden dus) haar eerste motor had gekocht. En ik liep daar in motorpak met rugzak over de schouder en helm in de hand, onmiskenbaar een soulmate aan wie ze haar verhaal kwijt kon en die ook nog enthousiast en begrijpend zou reageren. Want vertel een autoliefhebber of je ouders dat je een motor hebt gekocht, en je krijgt veel reacties, waarvan geen enkele positief. Dat kun je dus maar beter aan een mede-motard vertellen.
'Gisteren' was de laatste dag van de Motorbeurs, dus ik constateerde direct:
- "In Utrecht."
Een bewonderende blik werd mijn deel (beginnende motorrijders weten niet hoe vanzelfsprekend het is dat een oudere motorrijder weet van wanneer tot wanneer de Motorbeurs Utrecht loopt).
"Ja!"
- "Wat voor motor?"
"Een chopper, Yamaha XS535 of zoiets."
- "XV535 Virago, tweecilindertje."
Weer die blik alsof ik helderziende was.
"Ja!"
Yamaha-XV535S-Virago-1994Er is in de motorhistorie slechts één motorfiets met de cijfercombinatie 535, dus dat was nogal makkelijk. Ik complimenteerde haar met haar keus, want de kleine Virago is zeker een aardige keus als je als jongedame zoekt naar een eerste motor. Het ding is niet vooruit te hengsten, en dat is alleen maar goed als je nog moet leren rijden. Verder heeft-ie een onderhoudsvrije cardan, een motorkarakter dat je nimmer aan het schrikken zal maken en ziet-ie er leuk uit. Geen ding om mee de file in te duiken – want veel te laag en amper remvermogen, laat staan abs – maar op slecht nieuws zat jongedame niet te wachten en ik zal de laatste zijn om pril geluk te verstoren.

Om een lang verhaal niet nog langer te maken, jongedame werd meisje en huppelde nog opgewekter verder, mij eraan herinnerend hoe huppelig ik was toen ik net mijn rijbewijs had en hoe huppelig ik me ondanks mijn jaren op de motor eigenlijk nog steeds voel als de temperatuur boven de tien graden komt en blijft. Winterpak in de kast, strakke zomerjas aan de kapstok, lederhosen uit de mottenballen en knallen over dat asfalt waarop de banden aangeven weer substantiële grip te bieden.

Meisje kwam ik verderop in de week nog eens tegen, en ze schonk me een lieflijke glimlach. Pasgeboren veulen in de wei.
Mijn vertederde glimlach veranderde even in een satanische grijns toen ik vernam dat de parkeerterreinnazi op korte termijn met pensioen gaat. Oude ezel naar het slachthuis.
Het wordt een mooi motorjaar.

Michiel Heemskerk
4 maart 2012

Lees alle blogs op Stadsmotor.nl
{jcomments on}

 

Aangepast zoeken
FacebookTwitter
Voorpagina Motormetropoolpraat Michiel Heemskerk Motorbeurs Utrecht, een week later

Disclaimer - Privacy Policy