In de eerste week dat we van demissionair minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz 130 km/u en varianten daarop 'mogen' rijden, stijgt de benzineprijs naar nieuwe recordhoogte. Die stijging valt mee, volgens inkooporganisatie UnitedConsumers.

Want de benzineprijs was in mei 2000 123 cent per liter en is nu 188,7 cent. Inderdaad, scheelt niks, een prijsstijging van slechts 3,5% per jaar...

Ik stel me zo voor dat ze zich bij de VVD helemaal krom lachen, zeker na de publicatie van het artikel in de Volkskrant afgelopen week waarin diverse automobilisten hun licht lieten schijnen over de verhoogde maximumsnelheid.
Een van de geïnterviewden wist zelfs te melden dat hij goedkoper uit zou zijn, want hij was tien minuten eerder thuis en verbruikte dus tien minuten korter benzine, wat een aanzienlijke besparing zou zijn.

Maakte deze persoon een geintje of wist/weet hij echt niet dat het verbruik van een auto kwadratisch toeneemt als de grens van 90 km/u – vanaf welke snelheid luchtweerstand een serieuze rol gaat spelen – wordt overschreden? Ik heb het minister Schultz nog nooit horen zeggen.
De 130 km/u-maatregel zal zeker op de kortere afstand (tot ± 50 km) hoegenaamd niets betekenen voor de gemiddelde reistijd, maar des te meer voor het gemiddelde brandstofverbruik. De tijdwinst en extra kosten staan in geen enkele verhouding tot elkaar.
Er is maar één winnaar, en dat is de schatkist.

Structurele tijdwinst zonder extra kosten behaalt men niet door af en toe 130 km/u in plaats van 100 km/u te rijden, maar door dagelijks 40 km/u in plaats van 5 km/u te rijden.

Iedereen weet waar en wanneer, iedereen weet hoe.

Michiel Heemskerk
6 september 2012

Lees alle blogs op Stadsmotor.nl
{jcomments on}