Vakantie: parkeren!
Terwijl ik dit schrijf, zijn de schoolvakanties in mijn regio (noord) nog niet begonnen. Dat betekent dat de jeugd nog op school zit, maar wat nou precies 'de jeugd' omvat, daar ben ik nog niet helemaal uit. Want de jeugd lijkt wel altijd vakantie te hebben, te zien aan de auto's in de straat.
Het is in mijn straat – zoals in zo veel kalme woonwijken in Nederland – een normaal verschijnsel dat de parkeerplaatsen zich tegen de vakanties vullen met caravans. Het is de laatste jaren meer gespreid, want de caravanners onder mijn buren hebben geen van alle schoolgaande kinderen (meer). Maar voorheen stonden alle caravans er tegelijkertijd: vier of vijf was geen uitzondering. En het is een straat met maar net (niet) genoeg parkeerplaatsen voor alle auto's (veelal gewoon één per gezin), dus daar moeten geen caravans bijkomen, of het systeem loopt spaak. Maar die caravans gingen altijd snel weer weg, met bijbehorende trekauto, en dan was het weken achtereen zalig stil in de straat.Maar dat is verleden tijd.
Zoals menigeen zal zijn opgevallen, stappen jongeren tegenwoordig direct op hun achttiende van de bromsnor (scooter) over in de auto. Waarom is mij een raadsel, want wat heb je in hemelsnaam aan een auto als je leven zich afspeelt binnen tien vierkante kilometer?
"Voor de status," hoorde ik laatst iemand zeggen.
Status als wat? En voor wie? Mij? Want de status staat de hele godsganse week bij mij voor de deur geparkeerd.
Ik werkte weer eens een tijdje thuis, waarbij ik tijdens overpeinzingen graag naar buiten mag kijken. Op een gegeven moment hield er een baardloze knaap op een brommer stil bij de aftandse BMW 3-coupé van een buurjongen. Hij rommelde wat aan het rechterportier, dat prompt open ging.
"Mooi," dacht ik, "steel dat lelijke ding en vlieg ergens tegen een talud. Twee vliegen in één klap."
Dat deed-ie niet. Hij pakte iets uit de BMW, sloot deze weer netjes af en knetterde verder. Pas toen herkende ik het gezicht onder de brommerhelm als mijn buurjongen. En snapte ik er helemaal niks meer van.
Wat moet die lummel nou bij mij in de straat parkeren, een kostbare parkeerplaats in beslag nemen, terwijl hij dat wrak niet eens gebruikt?
Correctie, hij gebruikt 'm wel. 's Avonds is prima te horen wanneer hij start en het woonerf af scheurt, net zoals duidelijk is wanneer hij later terugkeert. Niet alleen aan zijn lekke of bewust geopende uitlaat, maar ook aan zijn ICE (In Car Entertainment), bij ons bekend als OCK (Out Car K**herrie). Bij thuiskomst parkeert hij steevast op de stoep, want alle parkeerplaatsen zijn bezet.
Deze week had hij echter een plekje in een parkeervak gevonden, schuin voor mijn voordeur, en daar staat dat ding nu al dagen achtereen stof en vogelenpoep te verzamelen. Eergisteren kreeg hij gezelschap van een Mitsubishi Lancer met lichtmetalen wielen, rode remklauwen, luchthappers en allerlei gekke spoilers. Die staat sindsdien recht voor mijn voordeur stof en vogelenpoep te vangen.
Van wie dit onding is, weet ik niet. Wel weet ik dat hij niets in mijn steeds minder rustige straat te zoeken heeft. Maar papa en mama zullen wel hebben gezegd: "Je parkeert dat kreng niet bij mij voor de deur: daar sta ik!"
Dus parkeert zoonlief het kreng bij mij voor de deur, vóór de BMW die mijn buurjongen van zijn papa en mama ook niet bij hen voor de deur mag parkeren. Want daar staat hun auto.
Waar zijn de eigenaren?
Al geruime tijd niet in hun auto, dus ik vermoed op vakantie, per vliegtuig.
Waar zijn hun ouders?
Een betere vraag is: waar waren de ouders toen de jongens moesten worden opgevoed?
Waarom staan die ouders hun kinderen toe een auto te kopen waar alleen maar overlast mee wordt veroorzaakt? Ik misgun niemand zijn hobby en speelde vroeger ook met autootjes, maar mijn Dinky Toys droegen weinig bij aan het parkeerprobleem of de geluidsoverlast in de wijk.
Ik ging eerder op mezelf wonen dan dat ik een auto kocht, en denk dat ik vanaf dat moment ook aanspraak mocht maken op een van de parkeerplaatsen bij mijn flatgebouw.
Ik ben mordicus tegen overheidsbemoeienis, maar vraag me stiekem af of er geen regel kan komen die autobezit in bepaalde gevallen aan banden legt, bijvoorbeeld op straffe van extra punten op het puntenrijbewijs. Kan die overheid nou niet één keer iets nuttigs doen en leegstaande boerenschuren en fabriekshallen afhuren voor puberauto's? Misschien dat er een konijn schrikt als zo'n statusgevoelig moederskindje zijn ICE/OCK op gehoorschadestand zet of zichzelf om een lantarenpaal vouwt, maar liever een konijn met schrik dan elke keer de hele wijk wakker. En ja, sorry, liever een dode aso op een landweggetje of industrieterrein dan een dode kleuter op een woonerf.
Maar zelfs als ze niet rijden, zelfs op vakantie, zijn bepaalde jonge autobezitters een belasting voor de maatschappij.
Kun je hetzelfde van jonge motorrijders zeggen?
Nee.
Jonge motorrijders parkeren (net als oude) niet in parkeervakken. Bovendien zullen jongeren zich eerst even door twee rijbewijzen heen moeten werken – in een tijdspanne van op z'n minst drie jaar – voor ze echt snel kunnen rijden op een motor. En dat zullen ze dan nog niet doen op een woonerf, al is het maar omdat ze zelf ook de sigaar zijn als ze iets raken.
Al met al word je van motorrijden vanzelf een socialer mens.
Michiel Heemskerk
12 juli 2011
Lees alle blogs op Stadsmotor.nl
{jcomments on}