Test: Ducati Scrambler (2015)
Het was weer even puzzelen en decoderen toen Ducati de Scrambler-reeks presenteerde, want deze marketinggestuurde fabrikant weet altijd een gigantisch rookgordijn op te werpen om de ware aard van het nieuwe beestje te maskeren. Maar we zijn eruit. Nu met de test erbij!
Vier modellen van de Scrambler presenteert Ducati maar liefst, luisterend naar de namen (in deze volgorde) Icon, Urban Enduro, Classic en Full Throttle. Wij van Stadsmotor.nl zetten ze even in een andere volgorde, namelijk Icon en Full Throttle, en Urban Enduro en Classic. En dat heeft ermee te maken dat de vier motoren qua technische specificaties identiek zijn, met uitzondering van de gemonteerde wielen: alu gietwielen voor de Icon en Full throttle, alu spaakwielen voor de Urban Enduro en Classic. Overigens wel allemaal in de dezelfde maten – 3.00" x 18" aan de voorzijde en 5.50" x 17" aan de achterzijde – en met dezelfde banden: dualsports Pirelli MT 60 RS 110/80 ZR18 en Pirelli MT 60 RS 180/55 ZR17.
De Scrambler-reeks, elk natuurlijk ook met een eigen logootje. Want hipperdepip.
Overige verschillen vinden we in de kleurtjes, het gemonteerde zadel en voorspatbord, en in het geval van de Full Throttle de extra Termignoni-einddemper. De Full Throttle zal dan ook de duurste worden, maar geen centimeter sneller rijden dan de overige drie. Die, zo mogen we verwachten, een beetje strijdig met de Ducati-traditie ook niet al te snel zullen zijn. De luchtgekoelde twin, met zalig ouderwets twee kleppen per cilinder, meet 803 cc en produceert 75 pk en 68 Nm, en is duidelijk niet bedoeld voor sportief gebruik.
Is de Scrambler – we spreken niet van een reeks aangezien ze alle vier hetzelfde zijn – de zoveelste poging van Ducati om de consument te enthousiasmeren voor een volstrekt zinloos ding?
Nee, grappig genoeg niet.
Grappig genoeg zou de Scrambler namelijk zomaar een motor kunnen zijn waar je nu eens wél wat aan hebt. Dat wil zeggen: voor het gebruik waar Stadsmotor.nl zich voor inspant. Natuurlijk is de Scrambler gezien het ontbreken van enige bescherming tegen weer en wind vooral een funbike die zich in de herfst en winter maar beter niet buiten de bebouwde kom kan vertonen, maar met het relatief grote voorwiel, het vermoedelijk prima te doseren vermogen en het standaard gemonteerde abs mag je verwachten dat de nieuweling zich fool-proof en met veel plezier door het verkeer en over 's lands wegen laat sturen. Waarbij een deel van het plezier vast en zeker uit de uitlaten zal komen.
Hoewel... Ducati presenteert tegelijkertijd een stevige reeks accessoires – waarmee de ene Scrambler moeiteloos in de andere lijkt om te toveren – en bovendien een complete kledinglijn inclusief helmen, handschoenen, schoenen, sokken, petjes, brillen, onderbroeken, tampons, condooms et cetera, wat doet vermoeden dat men verwacht meer winst te halen uit de accessoires dan uit de motoren zelf.
Je mag je afvragen hoe belangrijk de motor in dit grote geheel precies is, maar aan de andere kant: wat maakt het uit? Niet iedereen heeft behoefte aan snel, sneller, snelst, en als je dan toch een Ducati wilt, heb je nu iets om naar uit te kijken. En dat Ducati zelf dat probeert te hypen met allemaal walgelijk frisse jongelingen die vet trendy bezig zijn op allerlei sociale media (Facebook, Instagram, Tumbl, Vimeo), dat kunnen we motor niet kwalijk nemen.
Promotiefoto Ducati Scrambler, die schittert door afwezigheid.
DE TEST!
Ducati presenteert de Scrambler-reeks niet als Ducati, maar als Scrambler, een apart merk dus, 'toevallig' met een Ducati-blok en gemaakt door Ducati, en te koop in Ducati-winkels. Dit alleen al stinkt aan alle kanten naar marketinglogica en móet dus gewantrouwd worden, maar... na een week Scrambleren zijn we... het ermee eens!
En dat mag een klein mirakel genoemd worden, want iets wat gecreëerd wordt vanuit een marketinggedachte – doelgroep behoeft product in plaats van product vindt kopers – is vrijwel altijd volkomen ruk. Om de simpele reden dat een product niet in eerste instantie gemaakt moet worden om geld mee te verdienen, maar omdat het een goed product is. Het geld verdienen volgt dan vanzelf.
De reactie van Stadsmotor.nl na het lezen van alle pers-blabla én als de Scrambler Classic eindelijk wordt opgehaald, is dan ook: diepe, zeer diepe achterdocht.
Die zadeltasjes... ze zitten niet vast, ze zijn van verschillend formaat en ze zijn (veel) te klein voor een weekend weg.
De ronde digidash... we vinden een snelheidsmeter, toerenteller, klok, zijstandaardindicator en achter een menu (te bedienen vanaf het linkerhandvat) de keuze tussen kilometerteller, triptellers en buitenthermometer en mogelijkheden om de dash-eenheden in mijl, Fahrenheit en AM of PM (klok) in te stellen en de conditie van de batterij te checken en abs aan- of uit te schakelen. Geen versnellingsindicator – wat op deze motor best zou kunnen – en geen brandstofmeter! En hoe gaan die gevarenlichten aan?! WAT DE HEL?!
Maar na een paar dagen snappen we dat het allemaal opzet is.
Die gevarenlichten... schakel je in door een seconde of vijf (drie, zegt het instructieboek) het knipperlichtknopje naar links te houden. Een aparte knop zou de rust aan het stuur maar verstoren. Geen stress...
De ontbrekende brandstofmeter... er licht een discreet oranje lampje op als de reservevoorraad wordt aangesproken, en een direct opstartende dedicated kilometerteller vertelt hoeveel kilometers er vanaf dat moment gereden zijn. Je weet – bij deze – dat er dan nog zo'n vier liter in de tank zit, voldoende om de volgende pomp te halen. Geen stress...
De ontbrekende versnellingsindicator... het maakt niet uit in welke versnelling je zit, want de 803-cc tweecilinder is zo getuned dat je overal genoeg trekkracht hebt. En zo niet, dan schakel je een tandje of twee terug en heb je wel genoeg. Geen stress...
En de volstrekt overbodige dingen die wel in te stellen of op te roepen zijn... Welke mafkees – op een motor! – weet niet of het voormiddag of namiddag is? Welke gek gaat in Nederland zijn eenheden instellen op mijl en Fahrenheit in plaats van kilometers en Celsius? Welke dombo weet nou niet of zijn zijstandaard is in- of uitgeklapt?
Het kan niet anders dan allemaal bedoeld zijn om direct bij de eerste verkenning de aandacht voor nu en altijd weg te leiden van de dashboardinformatie. Geen stress...
Na een paar dagen snap je hoe de Scrambler is ontworpen. Afhankelijk van welk uiterlijk je wilt – Icon, Urban Enduro, Classic of Full Throttle – koop je vanaf € 9.290 een volkomen stressloze motor. Wie wil weten hoe de verschillende modellen eruitzien: blader gerust door naar de foto's. Qua geometrie zijn ze allemaal hetzelfde en qua rijgedrag zullen ze niet verschillen.
Rijden...
Als verwacht in de voorbeschouwing geheel boven, laat de Scrambler zich makkelijk rijden. Maar hoe makkelijk..!
Eindeloos makkelijk. Het blok komt met de 75 pk's niets te kort in de sprint naar de 130 km/u, die niet alleen wettig is, maar gevoelsmatig ook de logische topsnelheid. Dat wil zeggen: op die snelheid en eigenlijk alles boven de 100 km/u wordt de winddruk op het onbeschermde bovenlichaam astronomisch. Je onderarmen worden er zo sterk van dat je met gemak met één hand de keel van een Kaiju zou kunnen dichtknijpen. Nu hebben de testpiloten van Stadsmotor.nl al van dat soort onderarmen, maar desondanks blijkt een tegenwindtripje vanaf onze hoofdstad over de A5 over het langste viaduct van Nederland zowaar een pijnlijke aangelegenheid.
Erg?
Nee, hoor. Valt wel mee, want wie zal het in zijn gekke hoofd halen om met een Scrambler lange stukken snelweg – of in slecht weer – te gaan rijden?
Ducati heeft bij het ontwerpen van de Scrambler elke gedachte aan een serieuze allroundfiets direct laten varen. Fun moest het zijn, en lifestyle. En Stadsmotor.nl kan niet anders dan erkennen dat de Scrambler aan deze eisen volledig voldoet.
Aan het uiterlijkje is duidelijk veel aandacht besteed. Je snapt zelfs dat die tasjes niet even groot zijn, want rechts (kleiner) hangt ie anders voor het uitlaatje, en dat zal het tasje niet ten goede komen. De tasjes zijn overigens voorzien van regenhoesjes en schouderbandjes, zodat je ze altijd chic over je schoudertjes kunt hangen. Het motortfietsje is lekker asymmetrisch, met rechts de uitlaatbochtjes en het uitlaatje en links het radiateurtje, het achterveertje en kentekenplaatophangertje. Het achterspatbordje is mooi van aluminium, met het achterlichtje mooi onder het fraaie geruite zadeltje weggewerkt.
Je kunt uren naar de Scrambler kijken, en daar hoef je niet veel voor van positie te veranderen, want mama mia wat is ie klein!
Het formaat...
Dochterlief laat onderweg op de A5 en later in de richting Haarlem merken dat ze op de middelbare school haar vocabulaire aardig heeft uitgebreid, en niet alleen met woorden die je in heilige geschriften treft. Nóóit meer wil ze achterop! En zeker (!) niet op die vuile %#*§-Scrambler. Nu is het dochterlief aan te zien dat haar ouders niet tot het pygmeeënras behoren, en haar ongenoegen is begrijpelijk, zeker als je de foto van vader alleen op de Scrambler ziet.
Vader alleen op de Scrambler. Merk op dat er weinig ruimte is voor een passagier.
Dochter mag terug uit Haarlem – binnendoor – dan ook achterop bij papa op een vintage pekelfiets, terwijl mama de Scrambler voor haar rekening neemt en... ineens in staat blijkt papa bij te houden, en nog met redelijk gemak ook. Is dat nog niet verbazend genoeg, mama is zelf ook onder de indruk van haar plots indrukwekkende rijkunsten.
Papa rijdt de rest van de week met de Scrambler en is niet verbaasd. Het vermogen van de Scrambler laat zich – uiteraard met de koppeling altijd paraat – heel fijn doseren. Het fietsje remt prima en stuurt simpelweg fantastisch. De balans op lage snelheid is zeldzaam goed; je kunt er bijna mee stilstaan zonder voet aan de grond. De Scrambler blijkt zijn 'geen stress'-filosofie onder druk vast te houden en doet dat zelfs zo goed dat papa bijna een Scrambler zou willen hebben als het niet zo'n volslagen idioot gezicht zou zijn met dat grote lijf. Desondanks klopt de Scrambler ergonomisch helemaal en krijg je zelfs met een groot lijf nergens klachten. Of het zou van je tenen moeten zijn die in de bochten over de grond schrapen als je vergeet om ze op de stepjes te zetten.
Karakter
De funfactor van de Scrambler is helemaal voor elkaar, want je wilt echt elke keer opnieuw opstappen en rijden. Maar dan het praktische nut...
De bescherming tegen weer en wind is zero. De zitpositie is laag, dus weinig zicht op het overige verkeer. De bagagecapaciteit is beroerd...
Daar staat tegenover dat hij erg wendbaar is, zich heel makkelijk laat rijden, de voeten altijd bij de grond kunnen...
De Scrambler is een Ducati en blijft een Ducati: het ziet er lekker uit, maar daar moet je wat voor over hebben. De rem piept. Een koude motor bij 19°C (of 66,2°F) buitentemperatuur kan zomaar uitvallen. En als de motor warm is, ben jij dat in de overtreffende trap door de zinderende hitte die van het blok opstijgt. Maar dan hoor en voel je het blok en dan is dat allemaal niet zo erg...
Stadsmotor.nl zal voor dagelijks gebruik niet snel een 'karaktermotor' aanbevelen, en ook nu niet. Maar de Scrambler is de makkelijkst rijdende Ducati ooit. En misschien wel de leukste kleine motor van dit moment. Hij lijkt enorm geschikt voor kleinere bestuurders, beginnende bestuurders, oudere bestuurders voor wie het niet zo snel hoeft (maar ook niet te langzaam!)... en designfreaks natuurlijk,
Stadsmotor.nl zou 'm nooit kopen, maar als ie in de schuur zou staan, zou hij vaker buiten komen dan menig andere 'serieuze' motor. Gewoon omdat ie leuk is.
Wel geschikt voor Italiaantjes!
{jcomments on}