De stadse jungle. Deel 4: hulpdiensten
Zoals de leeuw heerst over de savanne, relaxed, ongebonden en vrij in zijn doen en laten, zo heerst de motorrijder over de stadse verkeersjungle. Maar de motorrijder is niet alleen in zijn habitat. In het vierde deel van de reeks 'dieren onderweg': de hulpdiensten.
In een grijs verleden was ik werkzaam voor een wekelijks autotijdschrift en in de hoedanigheid van verslaggever raakte ik verzeild op de snelweg A1 ter hoogte van de Duitse grens. Het was het laatste stukje van de internationale route E30 van Cork naar Omsk dat in snelwegvorm werd gegoten, maar het was nog niet open en aldus geschikt bevonden door de Duitse en Nederlandse overheden voor een grensoverschrijdende rampenoefening.
Men had alles uit de kast getrokken om er een levensecht geheel van te maken. Al dan niet brandende autowrakken, LOTUS-slachtoffers in levenloze dan wel zeer paniekerig levende toestand, een tankwagen met gevaarlijke stoffen en dientengevolge alle bijbehorende hulpdiensten: Nederlandse en Duitse politie-eenheden, ambulancediensten, brandweer in allerlei soorten en maten... zelfs een helikopter had men laten aanrukken om het grootschalige ingrijpen zo omvangrijk mogelijk te maken. Met als klap op de vuurpijl hordes echte media erbij, onder wie ondergetekende met bijbehorende fotograaf, om de chaos compleet te maken.
Ondergetekende rapporteerde een week later – de exacte woorden zijn lang vergeten – dat het een verademing was geweest om de politie in actie te zien bij een ingrijpen dat voor de verandering eens een doel diende, anders dan het spekken van de staatskas.
Het was daarbij niet gezegd dat de politie nooit iets goed doet, maar dat de gemiddelde burger dat eigenlijk nooit zag. Het was zo in de praktijk: als je de politie zag, kostte dat tijd en soms geld.
Law abiding citizen
Bovenstaand evenement is inmiddels ruim 26 jaar geleden en er is daadwerkelijk iets veranderd. Als je de politie nu namelijk ziet, vallen ze je lastig met onzin(controles) en voor de stompzinnigste dingen betaal je een waanzinnige hoop geld, zoals de twee vrachtwagenchauffeurs die kortgeleden per ongeluk niet de juiste vergunningen hadden voor het stapvoets vervoeren van een motorjacht midden in de nacht en per persoon € 750 mochten aftikken en de lading moesten laten staan (de politie had ze ook kunnen begeleiden?).
En het kan nog veel erger. 2018. Denk aan de blokkeerfriezen die hun dna moesten afgeven (?!) en bij weigering door een arrestatieteam werden opgehaald. Of denk aan de anti-NAM-demonstranten in Groningen die zonder pardon met de wapenstok op hun kop kregen kregen – letterlijk, zittende vrouwen – omdat de politie ter plekke te maken had gehad met 'een communicatiefout in de aansturingslijn'.
Wat als 'een communicatiefout in de aansturingslijn' had doorgegeven dat de 150 actievoerders hadden moeten worden doodgeschoten? Befehl ist Befehl?
Politie
Mijn historie met de politie is treurig en lang, te lang om op te schrijven, dus ik beperk me tot één voorval.
Ik liep een tijdje geleden op een ochtend naar een treinstation in mijn woonplaats wegens gladheid en toch naar het werk moeten. Het was in een schoolvakantie en heel rustig op straat. Ergens halverwege mijn wandelroute trachtte een agent in de ijzige kou een kapotte auto van de rijbaan naar de berm te duwen. In z'n eentje. Ik dacht: Ik ben groot en sterk, mijn trein haal ik makkelijk, want die zal wel niet komen, dus laat ik eens hulpdienst zijn, en begin mee te duwen. En toen keek hij me aan met zo'n blik die ze op de Politieschool leren: Ik hoop dat je sterft. Ik ga jou straks enorm bekeuren om niets.
En toen dacht ik: Iets van waardering was slimmer geweest. En: Ik ben ook gek. Duw maar lekker in je eentje verder. En liet hem met een brede glimlach en dito armzwaai alleen verder kloten.
Ambulance
In de laatste zomer reed ik in de snikhitte van werk naar huis, op de motor uiteraard: helm, jas, handschoenen, laarzen. In mijn woonplaats lag iets op het voetpad, een meter of vijf naast de weg, nogal groot, dat ik identificeerde als een persoon. Misschien niet in één oogopslag als zodanig te herkennen – donkere huidskleur, in een zwart trainingspak gekleed, liggend op een bijna gesmolten zwart voetpad – maar wel degelijk een persoon. Geen wonder dat ie daar lag, gezien zijn kledingkeuze en de zinderende hitte, maar wel een wonder – in de middagspits – dat klaarblijkelijk niemand hem had zien vallen of liggen en even was gaan kijken. Dat deed ik dus wel (motor aan de kant), en deze persoon was buiten kennis. Twee automobilisten – 1 man, 1 vrouw – namen toen de moeite om te komen helpen en hadden cola en water bij zich. We kregen de jongeman aan de praat en in de schaduw, maar daar hield het wel mee op.
Hulpdienst gewenst, was mijn inschatting.
En dan begint het feest: je belt 112. Ik zal de geachte lezer de moeite besparen, maar het is alsof je iemand aan de lijn krijgt die nog nooit met het bijltje gehakt heeft. Tien minuten duurt het gesprek, en alles willen ze weten, tot en met je pincode en je schoenmaat aan toe, vijf keer, met uiteindelijk de vraag: Wat wilt u dat we doen? Op dat moment schieten er allerlei antwoorden door je heen, maar die slik je in OMDAT ER EEN MENS NAAST JE LIGT TE CREPEREN, dus je zegt: Een ambulance sturen.
Die kwam: een half uur later. Twee verpleegkundigen en één chauffeur erin. Hij reed uiteraard niet over het gras naar de boom waaronder wij de patiënt een plek hadden gegeven, stel je voor, maar stopte op het fietspad. En de verpleegkundigen hadden géén haast. Weer de vraag: Wat wilt u dat we doen?
Daar had ik even geen energie meer voor, inmiddels doorweekt van het zweet en zelf uitgedroogd. Ik heb de plek overgelaten aan het medisch personeel en de toen uiteraard wel stoppende ramptoeristen.
Brandweer
Een paar dagen in 2019, de kerstbomen begonnen zich te verzamelen op de gebruikelijke vuilophaalplaatsen. Normaal gesproken worden ze daar vandaan gerausd door jongeren die ze meenemen naar de plek in het park waar ze een fikkie stoken. Altijd leuk, maar dat ging de jongens uit de wijk wat te ver qua moeite, dus ze staken ze maar in de fik tussen de auto's. Het vuur knetterde zo hard dat het ik het - midden in de winter met alle ramen dicht dus - boven mijn televisie uit hoorde, en ik woon niet eens in een hoekhuis.
Niemand van de bezorgde buren wilde 112 bellen – Daar krijg je alleen maar last mee, wat ik beaamde – , maar een passant met hond had het plaatselijke tuig joelend zien wegrennen en al 112 gebeld. Voor de brandweer. Die kwam: 20 minuten later. Ik wist waar ze vandaan zouden komen – 300 meter verderop is de kazerne – en stond ze op te wachten. Ze stopten aan het begin van de straat. Ik – 30 meter verder – zwaaide, gebaarde en schreeuwde: HIER! En ik ben best groot en best goed te zien onder een lel van een straatlantaarn. Zo'n vijf minuten later stopten ze naast het bijna gedoofde vuur en konden de slangen worden uitgerold. Het water kwam net te laat voor de laatste vonken, maar de gesmolten kunststof bumpers links en rechts konden er goed mee worden gekoeld.
BOA's
Buitengewoon opsporingsambtenaren... Ik reed op 25 mei 2017 door de Langestraat in Alkmaar ter ondersteuning van het huwelijk van een (Chinese) collega van mijn echtgenote. Ik reed een personenbusje van een vriend. Ik had een ontheffing (want voetgangersgebied). Deze was betaald (kwitantie aanwezig) en lag op een goed zichtbare plek onder de voorruit. Hij was alleen niet geregistreerd bij de gemeente Alkmaar, zo werd mondeling erkend door de verantwoordelijke beambte mevrouw Wilma Bruil van de afdeling Handhaving van de gemeente Alkmaar, toen ik protest aantekende tegen de bekeuring die ik na maanden ontving. Ik moest even bezwaar aantekenen bij parket CVOM. Dat bezwaar kwam te laat, wegens buitenlandigheid van de eigenaar van de auto (die de bon thuis kreeg en dus te laat zag). De daaropvolgende bezwaarprocedure via allerlei officieren van justitie en kantonrechters kwam vorige maand (inderdaad, in 2019) ten einde en had als resultaat dat ik alsnog € 90,- moest betalen.
Tientallen mensen hebben zich met deze zaak beziggehouden. Uren en uren zijn we ermee bezig geweest, bellen en schrijven, lopen naar de brievenbus (waar?!). Duizenden euro's moet het gekost hebben. Negentig euro was de opbrengst. Door één (1) BOA in Alkmaar die haar werk niet deed. En daarmee wegkwam. Ten koste van ondergetekende.
NIet alleen vanwege die bekeuring, maar we betalen al dat volk ook nog eens van de belastingcenten...
Hulpdiensten
Het schijnt dat onze hulpdiensten steeds vaker worden aangevallen. Er zijn campagnes die brullen dat we van onze hulpdiensten moeten afblijven. Daar ben ik het volledig mee eens. Ik heb er wel een vraag bij. Of zij willen komen als we ze nodig hebben - en niet als het hen uitkomt - en of ze van ons af willen blijven als we ze niet nodig hebben.
Ik zal nooit iemand van een hulpdienst aanraken. Maar ik zal ook nooit meer een hulpdienst helpen.
Michiel Heemskerk, verkeersfilosoof
21 maart 2019
Lees alle blogs op Stadsmotor.nl