Test: Aprilia Shiver 750 ABS GT (2010)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Aprilia Shiver 750 ABS GT (2010) |
Specificaties |
Fotogalerij |
Video |
Alle Aprilia tests |
Zoals er decennialang motormerken zijn geweest die huiverig waren voor verandering en liever voortborduurden op het bestaande, zo zijn er sinds enige tijd ook fabrikanten die er geen probleem mee hebben ‘iets nieuws’ te bedenken. Maar wat kan er nieuw zijn als je iets met twee wielen en een motorblok moet maken?
Je hoeft geen geleerd motorkenner te zijn om in de Aprilia Shiver iets aparts te herkennen. Leken zal direct opvallen dat de uitlaten niet – zoals zo vaak – rond zijn en aan de zijkant hangen, maar driehoekig en onder de buddyseat verwerkt. Leken zal mogelijk zelfs de riante hoeveelheid aluminium opvallen. Kenners alleen de fraai gevormde achterbrug met de dikke monoshock (achterschokdemper), het frame dat nogal ongebruikelijk bestaat uit half persdelen, half buis. Kenners zullen ook direct aan de vrij zichtbare tweecilinder zien dat die modern is. Dan de pannenkoeken van remschijven (met ABS) in het voorwiel. Dan de achterband. Zowel leken als kenners zal opvallen dat dit een lel van een breed stuk rubber is, alleen zullen slechts de kenners begrijpen dat dat heel wat van het beoogde karakter van de Shiver prijsgeeft; dit ding is niet gemaakt voor showritjes over de dichtstbijzijnde boulevard.
En dan stap je als gelukkige op. Een zit die je niet verwacht, heel rechtop. Drukje op de startknop en keplokkeplokkeplok. Geen gedreun: geplok. Hét geluid, voor wie dat niet weet, van een tweecilinder die geen poging doet om een Harley te imiteren, maar om lekker veel vermogen uit de beschikbare cilinderinhoud te persen. Die cilinderinhoud is 750 cc. Wat kun je daarvan verwachten in een tweecilindertje? Riep iemand daar 95 pk? Da's helemaal niet lullig. En dan te bedenken dat het motormanagement nog drie verschillende ‘mappings’ heeft. Er is een regenstand, een normale stand, en een sportstand. Het verschil laat zich raden. In de regenstand is de Shiver een braaf ding, in de normale stand een – inderdaad – normale motor, en in de sportstand laat hij zich van zijn agressiefste kant zien. Nu moeten we die tweede, normale stand met een korreltje zout nemen, want ook in die modus heeft de Shiver niet de geringste problemen met door de wetgever hoogst ongewenst weggedrag. Alleen laat-ie het dan wat rustiger los op het asfalt. Betekent niet dat-ie er niet vandoor wil, want dat gaat heel best, maar met wat minder peper in de kont, zogezegd.
Aldus zit je al snel automobilisten op te duwen op de snelweg. En dat is dan ook nog het soort weg waar de Shiver helemaal niet voor is bedoeld, want het kuipje van de GT (er is ook een versie zonder stroomlijn) zit er om een beetje de wind van de borst te houden en biedt zeker geen volwaardige bescherming tegen de elementen. En die heb je ook helemaal niet nodig als je op het terrein komt waar de Shiver heel erg duidelijk wel voor is bedoeld: de krulweggetjes. Denk Alpen, Dolomieten, Apennijnen en wie weet wat de Italianen verder nog op voorraad hebben aan warm, bochtig asfalt. Er zullen maar weinig motorrijders van een Shiver dromen omdat het geen voor de hand liggende keuze is, maar wie houdt van het ongewone, sturen het leukst vindt en niet bang is voor een pittige tweecilinder, zou eigenlijk eens een proefritje moeten maken…
De Shiver is licht en wendbaar en de zit is lekker rechtop. Dat maakt ’m in de stad en file ook een serieuze kandidaat. Het overzicht over het verkeer is riant en zo zie je gevaar van ver aankomen. Abs is dan een extra zekerheid. Die 95 paardenkrachten lijken misschien wat veel voor alledaags gebruik, maar zoals gezegd zit er ook een regenstand op die het vermogen smoort tot handzamer proporties. Daarnaast is er ook nog een 25 kW-versie beschikbaar voor het beginnersrijbewijs. Om een lang verhaal kort te maken: iedereen kan overal de blits maken met de Shiver, want het is een modern ding en echt wel leuk om te zien.