Test: Ducati Hypermotard 1100 EVO SP (2010)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Ducati Hypermotard 1100 EVO SP (2010) |
Specificaties |
Fotogalerij |
Video |
Alle Ducati tests |
Je hebt dus supermoto’s en je hebt supermoto’s van Ducati, die dan meteen maar Hypermotard heten. En dan heb je nog de Hypermotard 1100 EVO SP. Is dat jummie?
Als een supermoto c.q. supermotard een supermotor is, wat is dan een hypermotard? De overtreffende trap, logischerwijs. Daar heeft Ducati anno 2010 drie smaken van: de 796 (elders op Stadsmotor.nl), de 1100 EVO en de 1100 EVO SP. De cijfers staan logischerwijs voor de cilinderinhoud, wat betekent dat de 1100 meer vermag dan de 796, want meer cc’s, dus meer kracht. En wat EVO betekent… dat er een evolutie heeft plaatsgevonden. Ten opzichte van het vorige model van de 1100, dus de 1100 EVO is een verbeterde versie. Daar is geen woord Spaans bij.
Wat dan met die SP? In de Tweede Kamer staat dat voor een politieke partij die de werkende Nederlander als de wortel van alle kwaad ziet, maar in de auto- en motorwereld staat het meestal voor Sport Productie. Zo ook bij de ‘Duc’ die we hier bespreken. De ‘SP’ is een Hypermotard 1100 EVO die is voorbereid op sportief, nee, circuitgebruik. En circuitgebruik met supermoto’s… wie het nooit gezien heeft, moet maar eens gaan kijken (op YouTube desnoods). De SP staat hoger op zijn pootjes dan de gewone EVO en heeft vering en remmen van een (nog) betere kwaliteit. En het was al niet het goedkoopste. Verder heeft de SP een Montignac- (sorry, is dood), Sonja Bakker-kuurtje ondergaan, en is-ie nog lichter dan de gewone EVO. Oké, maar 1 kilootje, maar toch, het is duidelijk dat men met de SP serieuze plannen heeft, en dat betekent dat een motard die inderdaad het beste wil hebben, alleen met de SP aan zijn trekken zal komen.
Het blok is met twee klepper per cilinder (en dat zijn er bij Ducati altijd twee) niet het modernste wat de Italiaanse fabriek in de stellingen heeft staan, maar dat modernste blok is ook veel te agressief voor supermoto-gebruik. Het 1100-blok levert zijn 95 paardenkrachten nog relatief rustig af - hoewel een beginnend motorrijder daar heel anders over zal denken - en is dus lekker te doseren. En dat is dus de bedoeling bij dit soort apparaten. Want sturen, daar draait het om. De SP is op dat gebied dan ook heer en meester. Hij voelt aan als een crossertje, wat het feitelijk ook is, maar crossertjes met een 1100-blok zijn toch niet helemaal de regel. Sturen met de SP is dan ook een verhaal apart, want hij stuurt eigenlijk alleen lekker als je een bocht veel harder in gaat dan je normaal zou doen. En dat logischerwijs alleen onder ideale omstandigheden: warm en droog. Nu hadden wij de SP in weer zo’n zomerse 2010-week dat je beter met een duikboot naar je werk kon gaan, en we kunnen melden dat de fiets daarvoor in geen énkel geval geschikt is. Je zit vol in de wind, dus in de regen, en spatborden van betekenis ontbreken, zodat we de unieke ervaring hadden eerst bij de kuiten doorweekt te raken. Dat was niet fijn. Maar in de schaarse momenten dat het wel droog en warm was… wel fijn! Voor de zomer dus, dit ding. Maar dan kun je ook keten! Ook aan te raden voor in de stad. Voor vluchtende maffioso.