Test: Kawasaki Z1000 (2010)

Inhoudsopgave
Test: Kawasaki Z1000 (2010)
Specificaties
Fotogalerij
Video
Alle Kawasaki tests

Kawasaki

Kawasaki Z1000Een temperatuur rond het vriespunt is niet ideaal voor het uitproberen van een tweewieler met 1043 cc in het vooronder, maar je moet er wat voor over hebben om als een van de eersten een Z1000 over Neêrlands wegen te mogen sturen.

Want, zoals motorfanaten allemaal weten, de Z1000 is een rechtstreekse afstammeling van de legendarische Kawasaki Z1 (1972) die in navolging van de zo mogelijk nóg legendarischer Honda CB750 (1969) een voor die tijd absoluut waanzinnige topsnelheid van 230 km/u en een nog nooit geziene acceleratie van 0 naar 100 in 3,5 seconden liet noteren. De Z1 was met 82 pk maar liefst 15 pk sterker dan de CB750. De Z1 had dan ook een cilinderinhoud van 903 cc, 167 cc meer dan de CB750 (die eigenlijk CB736 had moeten heten), en geldt sindsdien als de eerste 'big bike' in de geschiedenis.

Wat is daarvan overgebleven? Tja, wat niet? Bijna alle zware (lees: snelle) motorfietsen vanaf dat moment werden gebouwd volgens dat recept – dwarsgeplaatste viercilinder lijnmotor met twee bovenliggende nokkenassen (DOHC). Onder andere de 2010-versie van de Z1000, waarmee wij begin 2010 als een van de eersten een weekje door de Nederlandse vrieskou ploegen.

Slechts 138 pk wordt opgegeven voor de nieuweling, die qua motorblok uiteraard wel wat wijzigingen heeft ondergaan ten opzichte van het origineel uit 1972. Gekker, het hele blok voor 2010 is nieuw. Wel nog steeds 4-in-lijn (DOHC), maar nu natuurlijk met zestien in plaats van acht kleppen, vloeistof- in plaats van luchtkoeling, injectie in plaats van (vier) carburateurs, fancy lichtmetaal in plaats van pisbakkenijzer. En dat loopt met moderne oliën heel wat gesmeerder dan toen. Waar die 'ouwe bakken' nog echt in de toeren moesten klimmen – je kon vaak gewoon vol gas geven – is een modern blok vrijwel direct op het toerental waar je 'm hebben wilt. Dat vraagt wat discipline van de hand aan de gashendel, want je gaat geheid achterover. Het blok van de Z1000 levert voor zijn inhoud een zeer bescheiden aantal pk's: een moderne 600 heeft er even veel. Maar het mogelijke aantal pk's (± 200) is opgeofferd aan gebruikersvriendelijkheid: trekkracht! Want wat heb je aan zo veel pk's (topsnelheid) op een ding dat vanwege het ontbreken van een serieuze stroomlijn toch nooit (nou ja...) sneller zal rijden dan – zeg – wat nog net mag zonder de gevangenis in te gaan? Je koopt geen Z1000 voor de topsnelheid; daar is ander spul voor.

Waarvoor dan wel? Nou, het ziet er geweldig uit, qua techniek, maar ook qua styling en dan zeker in de uitvoering metallic chestnut brown (met snake skin-zitje!) die wij meekregen. Maar da's tegenwoordig niet genoeg, weten alle fabrikanten inmiddels. De Z1000 rijdt ook geweldig. Het zal ook het nieuwe (slanke) backbone-frame zijn. Stabiel als een huis, in bochten, bij accelereren, remmen... de Z1000 geeft geen krimp. Het blok: beresterk, maar fysiek (qua gewicht) amper aanwezig. Net als de hele fiets. En dan het rare: met die aparte styling zijn ze er ook nog in geslaagd een heel behoorlijke stroomlijn te creëren; je hebt zelfs in winterpak eigenlijk amper last van de wind.

Slim detail: het kantelbare cockpitje. Een langere piloot legt het display horizontaal, een kortere meer verticaal; beiden hebben zo prima zicht op de gegevens die van belang zijn voor het behoud van rijbewijs. De Z1000 past iedereen, door een kantelbaar cockpitje. Briljant.

Maar de fabrikant heeft wel dieper nagedacht, bijvoorbeeld over file- en stadsgebruik. De Z1000 is er niet voor bedoeld, maar gedraagt zich in de praktijk voorbeeldig onder stadse omstandigheden. De motor is lekker slank en laat zich moeiteloos in de kleinste gaatjes steken. Het vermogen van het blok is groot, maar zoals het een dikke viercilinder betaamt vooral smeuiig, met name in de lage toerentallen. Aldus rijd je lekker schakellui door file en binnenstad, met in het achterhoofd de vrije dijken en kronkelweggetjes waar de Z1000 beter past. Eenmaal voor een terrasje steel je écht de show. Want die combi metallic chestnut brown met snake skin-zitje is toch wel enorm apart. Helaas is die kleurcombi voor 2011 afgeschaft...



 

Aangepast zoeken
FacebookTwitter
Voorpagina Alle TESTS Suzuki Test: Kawasaki Z1000 (2010)

Disclaimer - Privacy Policy