Test: Triumph Street Triple R (2009)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Street Triple R (2009) |
Technische specificaties |
Fotogalerij |
Video |
Alle Triumph tests |
Wat is genoeg? Da's altijd de vraag wanneer je motorfietsen gaat winkelen. Voor de één is dat een krankzinnige cilinderinhoud zonder topvermogen, voor de ander een krankzinnig topvermogen uit zo weinig mogelijk cc's. Bij de één heb je het over tweecilinders, bij de ander over viercilinders. Maar er zijn ook driecilinders. In de Triumph Street Triple R bijvoorbeeld.
Als een dikke tweecilinder nou vooral veel trekkracht 'onderin' heeft, in de lage toerentallen, en een viercilinder piekt vooral in de hogere regionen, dan kunnen we van een driecilinder zeker iets ertussenin verwachten? Inderdaad, zo simpel is het. Daar komt natuurlijk nog het een en ander aan tune-werk bij, want je kunt ieder blok natuurlijk laten pieken waar (bij welk toerental) je wilt. Voor een supersporter zoek je dat dan toch in de hoge toerentallen, en voor een gebruiksvriendelijker ding ergens in het middengebied.
De Triumph Street Triple R valt in de laatste categorie, met deze aantekening dat het misschien wel de meest gebruiksvriendelijke motorfiets van dit moment is. We hebben toch aardig wat verschillende motorfietsen gereden, onder heel wat betere omstandigheden dan het gebruikelijke novemberweer, maar er zat toch weinig tussen wat zich zo gemakkelijk laat pakken, meenemen en in de rondte gooien als deze 'kleine' (675 cc) Triumph. 107 pk's levert de driecilinder. Tegenwoordig niet bizar veel, maar het gaat er in dit geval vooral om hoe het blok deze pk's aflevert. En dat is heel netjes opgebouwd van de lage naar de hoge toerentallen, zonder al te veel verrassingen, mooi lineair. Nergens een enorme zet in de rug, maar gewoon, genoeg. Genoeg in ieder geval om er stevig vandoor te gaan en lekker op gang te blijven, al ben je eigenlijk te zwaar voor zo'n compacte fiets. Wat verder verrast, is het gemak waarmee de Street Triple zijn bochtjes draait. Fijn stabiel in lange draaiers, o zo vergevingsgezind in nare korte knikjes. Het is wat je mag verwachten, want de gewone Street Triple heeft al het supersportframe van de Daytona 675, en de R-versie ook nog eens bijpassende supersportvering en -remmen.
En dan die zitpositie waarvan je eigenlijk zou denken dat je als een grote windvanger op een gegeven moment er vanachter vanaf zal waaien. De R-uitvoering is voorzien van een amper opvallend stuurkuipje, die je grappig genoeg wel in staat stelt om rustig 140, 150 km/u te tuffen zonder noemenswaardig last te krijgen van een hoofd dat de romp wil verlaten. Ze hebben er nog meer moois opgeschroefd, vooral om het gewicht te drukken, zoals een berg carbon en een tweetal Arrows uitlaten – eventueel nog te verlossen van hun dempers – die de zo kenmerkende driecilinder-sound als hardrock de wereld in slingeren. Lekker sturen, lekker genieten. En wat is-ie mooi! Maar da's zeker geen show. Ga er gerust de stad mee in, maar deins ook zeker niet terug voor een uitdaging, mocht iemand die aandurven.