Test: Triumph Thunderbird (SE) (2010)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Thunderbird (SE) (2010) |
Specificaties |
Fotogalerij |
Alle Triumph tests |
Nu de classics-markt is vergeven van choppers, customs en cruisers met cilinderinhouden rond en over de twee liter, moet je met iets bijzonders komen om je te onderscheiden. Daar slaagt Triumph met de Thunderbird heel aardig in.
Natuurlijk is de staande V-twin nog altijd de standaard in de klasse van Harley-Davidson en -afgeleiden, maar het Amerikaanse Harley-Davidson is niet het enige merk op de aardbol met een rijke historie. Gekker: het Engelse Triumph Engineering Co Ltd produceerde al motorfietsen toen William S. Harley en de drie broers Davidson alleen nog maar bier dronken en wilde toekomstplannen maakten. Nu is HD Motor Company altijd hetzelfde gebleven en Triumph tussentijds in andere handen overgegaan, maar dat doet niets af aan de historie van het merk dat nooit iets met staande V-twins te maken wilde hebben. Meer heil zagen ze bij Triumph in staande ééncilinders en parallel-twins (2-cililnder lijnmotor) en na de doorstart als Triumph Motorcycles Ltd in ‘Japanse’ 3- en 4-cilinders. Maar tegenwoordig zijn ze in Engeland weer helemaal bij de tijd en hebben ze naast hun moderne spul voor hun customs goed in de eigen fotoarchieven gekeken.
De Thunderbird is een motorfiets met een staande paralleltwin, geheel in de stijl van de oude Triumphs dus. Dat geeft de Thunderbird het recht om op net zo veel historie te bogen als HD, want hun V-twins zijn gerust ook wel een keertje vernieuwd. En da’s maar goed ook, want die ouwe troep – zowel in Amerika als Engeland – was precies dat: troep. En dat is dat nieuwe spul inderdaad niet.
Hoe gaat zoiets van zijn plek? Want we hebben het wel over een blok met een cilinderinhoud van bijna 1.600 cc (800 cc per cilinder) en een fiets met een gewicht van dik
Introduceren we de Thunderbird Special Edition, oftewel SE. Die heeft een groot Roadster-scherm, een touring seat, een sissybar/bagagerek, leren koffers en grote treeplanken. In het Nederlands: een riant zadel waar je geen houten kont op krijgt, een rugleuning voor een eventuele passagier (optioneel ook voor de bestuurder), voetsteunen waar je de samba op kunt dansen, een paar zijtassen waar aardig wat bende in gaat, een rek achter de sissybar waar je nog een beautycase op kunt binden, en dus dat grote Roadster-scherm. Kijk, en dan is het ineens wel prettig als je een 1.600 cc-motorblok tussen je benen hebt staan. (En dan hebben ze voor 2011 nog een big bore-versie van 1.700 cc…) Het ding loopt nagenoeg trillingsvrij, dus daar heb je al geen last van, maar is vooral beresterk! Een gewicht van
En: zonder op locatie aan coolness in te boeten, want met een quick release klip je die grote ruit er zo vanaf en blijft de gewone vette bike over. Te vet voor dames? Helemaal niet. Met een zithoogte van slechts
Wie riep daar stad en file? Met het standaard stuur is-ie maar tachtig centimeter breed en dat valt best mee. Maar even een stoppie maken of op een putdeksel draaien is er met zo’n gewicht en formaat natuurlijk niet bij.