Test: Triumph Tiger 1050 (2010)

Inhoudsopgave
Test: Triumph Tiger 1050 (2010)
Specificaties
Fotogalerij
Alle Triumph tests

Triumph Tiger 1050Als er toch één recente motorfiets is die met behoud van dezelfde naam in zeer diverse verschijningen te verkrijgen was, is dat wel de Triumph Tiger. Nog afgezien van wat obscure versies uit de jaren zestig en zeventig, was hij vanaf 1993 in vier smaken te krijgen. De nieuwste is de sterkste.

Is sterker altijd beter? Nou nee, in ieder geval niet in het geval van de Triumph Tiger 900 T400 van 1993. Dat was een groot Parijs-Pakar-achtig off/allroaderig ding dat met zijn 82 pk sterke 885-cc driecilinder al heel behoorlijk gemotoriseerd was, zeker vergeleken met andere motorfietsen in dat segment, de 750 cc metende Honda XRV750 Africa Twin en (toen) Yamaha XTZ750 Super Ténéré.

De Tiger T709 (vanaf 1999) was geheel andere koek. Het blok was (afgezien van het afscheid van carburateurs ten faveure van injectie) identiek aan dat van de T400, maar de fiets als geheel stond een stuk verder van eventueel offroad-gebruik dan zijn voorganger. Dat werd er niet beter op met de daaropvolgende Tiger 955i (955 cc met injectie, 104 pk, vanaf 2001) en al helemaal niet met de momenteel verkrijgbare Tiger 1050.

Of juist wél beter natuurlijk, want dat hangt er maar net vanaf wat je beter vindt. Hadden de T709 en 955i mogelijk nog door kunnen gaan voor allroad, de Tiger 1050 heeft die pretentie volkomen laten varen. De velgen, de vering, de banden… dit is een wegmotor die alleen qua zitpositie nog iets wegheeft van zijn voorgangers. Wat overigens zeker niet als nadeel moet worden aangemerkt, want het is juist de zitpositie rechtop die de grote allroads zo enorm populair maakt onder mensen die wel lekker willen doorkachelen, maar liever hun rug heel houden en niet zo veel geven om sportieve looks. En ja, als je een lekkere doorsjeesfiets wilt hebben waarop je het dagen kunt uithouden en die zeker voldoende spierballen onder de tank heeft liggen om nooit tekort te komen, dan stelt de Tiger 1050 niet teleur. Die driecilinder is dus inmiddels uitgegroeid tot een dikke liter inhoud, en zou het vermogen van 113 pk niet genoeg zijn, dan heb je met het koppel van 100 Nm zeker niet te klagen. Dit ding kun je rustig volstampen met bagage (met de optionele koffers en tassen kom je een heel eind) en een passagier achterop en dan nog zul je echt niet hoeven treuzelen om boven op een bergpas aan te komen. Voor een 1000 cc-er stuurt-ie – net als alle andere Triumphs – verrassend licht; je hebt eigenlijk geen moment het idee met zo’n bakbeest (want dat zou het moeten zijn) rond te rijden. Om dat te illustreren; de Tiger 900 T400 voelde indertijd veel zwaarder aan, groter ook, en was dat ook. Dat de 1050 zo veel lichter lijkt… dat zal ook wel te maken hebben met het driecilinderblok dat duidelijk niet ‘aan het gas’ hangt. Draai je je gas dicht, rolt-ie uit en staat-ie niet meteen stil, zoals zo zware veel viercilinders. Hij voelt aan als een zeshonderdtje, maar is toch echt een duizend.

Om terug te keren bij de vraag uit het begin van dit relaas: is sterker altijd beter? Niet altijd dus, maar als je een allroad ombouwt tot sport/toermotor… ja, dan wel. Hoewel ze nu wel weer moeten stoppen bij Triumph. Voor je het weet is de Tiger een supersporter. En die hebben ze al. En geen allroad meer. En da’s toch jammer, want de ‘Steamer’ (de Tiger 900 T400) mag technisch geen mirakel zijn geweest, hij reed wel erg lekker.

Kunnen we wat met de laatste Tiger in de stad en file? Absoluut. De zitpositie is dus lekker rechtop en dat geeft een prima uitzicht op de rest van het verkeer. Monteer alleen een topkoffer en/of tailbag en je hebt nog bagagecapaciteit ook zonder breed te worden. Qua wendbaarheid is het allemaal dik voor elkaar.



 

Aangepast zoeken
FacebookTwitter
Voorpagina Alle TESTS Triumph Test: Triumph Tiger 1050 (2010)

Disclaimer - Privacy Policy