Test: Ducati Superbike 848 EVO (2011)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Ducati Superbike 848 EVO (2011) |
Specificaties |
Fotogalerij |
Video |
Alle Ducati tests |
Het is een slechte week dat de Ducati 848 EVO logeert bij Stadsmotor.nl. Slecht in die zin dat de geschikte tester Julian een andere levensbedreigende activiteit aan het uitoefenen is in Zuid-Spanje (iets met vliegen zonder motortje) en kruip-door-sluip-door-tester Jürgen nog iets langer met zijn rug wil doen. Dat laat nog maar twee testpiloten over...
We waarschuwen Ester maar dat ze haar winterpak voor deze rit beter kan thuislaten. Dat doet ze dan ook, maar ze verschijnt in een zwartlederen racecombi waar ik het zelfs warm van krijg. Maar dat heeft dan weer niks te maken met de stralende zon of het zitje van de Ducati 848 EVO waarop zij nog moet plaatsnemen en waaronder de dikke uitlaatpotten van de dampende tweecilinder hangen.
Daags eerder leverde Jürgen de sleutels van de Duc in, direct na het ophalen bij Ducati Zaltbommel, waar de koffie goed smaakt, maar je geen fijne fietsen meekrijgt, aldus Jürgen. Het is allemaal niet best wat hij meldt.
De spiegels tonen ellebogen, en dan ook nog trillende ellebogen, in de maat van alle slagen van het blok onder de 5.000 tpm.
De buddy is strak en comfortabeler dan hij eruitziet, maar ook weer niet zo comfortabel dat je voor de toekomst nog een kinderwens moet koesteren.
Het stuur is laag en smal. Als je het stuur vasthoudt en probeert naar links of recht tot de aanslag te komen – wat bij keren en steken gebeurt – dan zit je hand gewoon klem tussen stuur en de kuip. De zitpositie is hoe dan ook onmogelijk bij 1.90+ meter. Vooruit kijken moet met strak aangespannen nekspieren. Bij een stoplicht moet je in neutraal om het stuur te kunnen loslaten; anders kun je het stoplicht simpelweg niet zien.
Jürgen signaleert dat de schakelaren standaard zijn (geen gevarenlicht) en dat het instrumentarium het enige is wat te zien is met de nek in ontspannen positie. En dat de remmen uitstekend vertragen en de vering/demping uiterst strak is, maar dat mag geen wonder heten op een supersport.
Over de wegligging heeft hij slechts te melden dag deze erg onrustig is met rugzak op de snelweg: verder kwam hij nooit. Hij vergelijkt het rijden op de 848 met tangodansen met een zeer mooie vrouw, maar dan met schoenen aan die twee maten te klein zijn en een knellend kostuum. Je denkt dat het wel meevalt en toch leuk zal zijn, maar als het eenmaal zo ver is, overheerst toch de pijn.
Dagelijks gebruik zou voor hem bestaan uit poetsen, want mooi is-ie wel.
Ikke dan maar de dijkjes op en de file in. Het mag dan zomervakantie zijn, maar gewerkt moest er worden en in de file kwam ik terecht. Het was een drama. Niets minder dan dat. Je moet zelfs in de eerste versnelling een toerental onderhouden waarop de V-twin niet afslaat, en dan loopt de 848 al sneller dan je vaak wilt. Rem en koppeling voortdurend bij de hand dus, knijpen vanuit de polsen die het in deze zitpositie toch al niet makkelijk hebben. De enige vreugde vinden we in de Coentunnel, als de file oplost en het gas opengaat... en meteen weer dicht, want je mag maar met 100 door de tunnel en daar zit je eigenlijk direct, zonder schakelen. De vreugde bestaat dan ook slechts uit de heerlijke Ducati-brul, die overige tunnelratten maar matig kunnen waarderen.
Op de dijkjes is het beter, want daar kun je iets van het potentieel kwijt, hoewel nog lang niet alles.
Geschiedenisles
Toen Ducati in 1994 de 916 presenteerde, was ik er als de kippen bij, als fan van de eerdere watergekoelde, 8-kleps superbikes 851 en 888 (alle andere Ducati's toentertijd waren luchtgekoeld en hadden maar twee kleppen per cilinder). Die 916 ging wel erg hard met zijn 114 pk sterke blok, en er werd een kleinere versie geïntroduceerd, de 748. Die had maar 95 pk en was met name vanwege zijn lagere koppel veel leuker om te rijden, want je moest veel meer doen om snel te gaan. Maar de 748 werd in 2003 opgevolgd door de snellere 749 en in 2008 door de 848, waarvan we dus anno 2011 de EVO hebben staan. En die levert 140 pk – 26 pk meer dan de 916 en 45 pk meer dan de 748 in 1994! En hij weegt 27 kilo minder!
De 916 evolueerde overigens door naar de 996, 998, 999, 1098 en de huidige 170 pk sterke 1198(S/R/SP), dus laten we het daar maar helemaal niet over hebben.
Je hoeft geen groot geleerde te zijn om te snappen dat de 848 – de opvolger van de kleine 748 van toen – een nog veel sneller ding is dan de gevreesde 916 vijftien jaar geleden was. Groter vermogen, hoger koppel, minder gewicht, stijver frame, betere vering en banden...
Gaat dat als een raket? Ja, dat kun je wel zeggen. En met het grootst denkbare gemak. Op krappe dijkwegen begin je bij het naderen van een bocht te twijfelen aan je ogen. Want die bocht lijkt zo snel dichtbij te komen. Maar als je zo snel zou gaan, had je dat toch wel gevoeld of gehoord?
Ja, oké, wel iets gevoeld en gehoord, maar niet dát.
Gelukkig maar dat er een paar bijtgrage Brembo's in het voorwiel hangen, want die houden je wel tegen. Maar bij de volgende bocht doet-ie het weer! Schakelen? Ja, de twee en de drie, maar meer versnellingen kom je buiten de diverse bebouwde kommen niet tegen op de Markermeerdijk van Amsterdam tot Hoorn. Je geeft een beetje gas, er bromt iets onder je kont en als door een elastiek – typisch Ducati – word je afgevuurd.
En dan stap je na zo'n tijdje spelen af en probeer je je skelet weer een beetje in het gareel te krijgen.
Au.
En dan begint het angstig afwachten of er geen doorgestuurde post komt: CJIB via Ducati.
Ester... O ja. Die was na afloop alleen maar blij dat broer Julian te ver weg was om even met de Duc op pad te gaan. Dat had hij of zijn rijbewijs (of beide) niet overleefd.