Test: Triumph Rocket III (2010)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Rocket III (2010) |
Specificaties |
Fotogalerij |
Video |
Alle Triumph tests |
Officieel is de Triumph Rocket III met zijn 2,3-liter metende motorblok niet de grootste, want er bestaat ook nog zoiets als de Boss Hoss. Maar deze Amerikaanse mastodont is eerder een auto-V8 op twee wielen dan een motorfiets. De Rocket III is wel degelijk ‘gewoon’ een motorfiets.
De 2,3-liter – 2.295 cc! – metende driecilinder bestond nog niet toen Triumph besloot tot de bouw van de Rocket III, dus hij is wel degelijk speciaal voor dit doel – motorfiets-aandrijving – bedoeld. Misschien was er een overschot aan zuigers van de 1600-cc tweecilinder van de Triumph Thunderbird.
De Triumph-creatieven In de pub bij de vrijmibo: “Nog een cilindertje extra, boys?”
“Yeah, baby! Ober, nog tien pints!”
Niet raar opkijken als ze over een jaar met een 3,2-liter viercilinder komen.
De nog grotere Amerikaanse Boss Boss werd in 1990 geboren als geintje van een technische mafketel die een V8-automotorblok in een motorfiets wilde persen. Dat lukte, maar een Boss Hoss valt niet te sturen, is alleen maar show. Da’s met de Rocket III dus anders, want die is wel degelijk serieus bedoeld, hoewel je je kunt afvragen hoe serieus je een motorfiets moet met een dergelijk absurd blok moet nemen. Daarmee bedoelende: 140 pk zijn eenvoudiger te verkrijgen uit een véél kleiner en dus lichter blok. Want het punt met motorfietsen is en blijft altijd, dat je ze niet eindeloos groter kunt maken, want de mens is nu eenmaal niet groter dan-ie is. En je moet het ding wel kunnen blijven bemannen. Nou, dat kan met de Rocket III nog, hoewel je daarvoor maar beter stevig uit de kluiten gewassen kan zijn. Want ja, het ding is wel tamelijk enorm, al zie je dat pas als je ernaast staat of – uiteraard – erop zit. Alles aan de Rocket III is prima in verhouding, vandaar dat-ie op een plaatje niet zo bijzonder lijkt, maar hij is gewoon groter dan al het andere.
Het heeft zijn consequenties voor het rijgedrag. Met zijn dimensies en gewicht ga je niet zomaar even de hoek om, je moet een bocht echt ‘inzetten’. De file is ook niet echt een feest met een stuur van bijna een meter breed. En dan de hoogte: even schrikken als bij het eerste stoplicht het asfalt verder weg is dan je gewend bent. Alleen aan het remmen hoef je niet te wennen: onbegrijpelijk goed voor zo’n bakbeest.
Waarom iemand dan toch voor een Rocket III zou kiezen..? Omdat-ie de grootste is. Het is niets minder dan een tank op twee wielen. Zo ziet-ie eruit, zo rijdt-ie. Het blok is niet alleen in formaat enorm. Het is afgeregeld om in de eerste drie versnellingen maximaal koppel (trekkracht) te leveren, en pas in de laatste twee versnellingen maximaal vermogen. There is no substitute for cubic inches, luidt een Amerikaanse techneutenwijsheid. En inderdaad is er geen alternatief voor de pure kracht van véél cc’s. Met 1400 cubic inches (2.294 cc dus) tot je beschikking voor (dan) slechts een dikke 400 kilo als je jezelf meerekent… het gros van de Europese of Japanse auto’s heeft niet eens een dergelijke cilinderinhoud. Middels een cardanas wordt het vermogen overgebracht op een soort tractorband achter. Zelfs niet-motorkenners blijven staan om het wonder te aanschouwen. De politie spreekt je aan vóór je iets hebt gedaan. Dat chroom, die enorme buizen en pijpen… Stap erop – al is het achterop – en je oogst ontzag: hij/zij durft!