Test: Ducati Monster 796 (2013)
Twintig jaar na de introductie van de eerste Ducati Monster – de M900 – presenteert de eigenzinnige Italiaanse fabrikant de Monster M796 20th Anniversary. Stadsmotor.nl zegt: het ultieme ouderwetse Ducati-gevoel...
Op de 'redactie' van Stadsmotor.nl gaat het er bij het evalueren van de ervaringen van diverse motorfietsen soms heet aan toe. Wat logischerwijs een gevolg is van het gegeven dat de ene testrijder de andere niet is. De een is een piepkuiken met raceambities, de ander een piepkuiken met race-ervaring, een derde en vierde zijn vrouwpersonen die meer prijs stellen op beleving dan op prestatie, de vijfde en zesde oude (en vooral grote en zware) brompotten die frivoliteiten bestempelen als iets voor de jeugd én die bovendien in motorervaring – qua motorland van herkomst/testhistorie – nogal verschillen.
Dat levert met name bij Ducati's nogal uiteenlopende meningen op.
Zo redeneert rijder X (oude garde) dat alles aan een fiets wat niet functioneel is eraf gesloopt moet worden, en dat alles wat ontbreekt, erop gezet moet worden. En dan kom je bij de Ducati Monster M796 20th Anniversary aan een behoorlijke lijst. Wat eraf moet: de vijfde en zesde versnelling, de spiegels, het zadel, de tiewraps op rem- en koppelingshendel in het gareel te houden, de voorvork, de snelheidsmeter. Wat erop moet: andere spiegels, een ander zadel met meer ballroom én ruimte voor een passagier die groter is dan Lolita, rem- en koppelingshendel zonder tiewraps, een strakkere voorvork en een afleesbare snelheidsmeter. Dan orakelt rijder X nog rustig door totdat hij uiteindelijk zo veel onderdelen heeft opgenoemd dat er weer een Honda ST1100 Pan European staat, maar dat negeren we, want het moet wel een Ducati blijven.
Het is een uitputtend gesprek in de achtertuin van X, waar de temperatuur toch echt geschikt is voor Ducati: 25°C en meer. Oude knar nummer twee – schrijver dezes, Michiel – reed als journo twintig jaar en korter geleden meerdere keren met de eerste Monster: de M900. En in de jaren die volgden op diverse andere Monsters. Schreven we in 2010 over de Monster 1100S dat deze qua rijbeleving weer terug is waar hij begon? Dat nemen we terug. Dat is namelijk pas zo met de alhier gepresenteerde Monster M796.
Ducati M900 Monster (1993).
Dat proberen we uit te leggen aan rijder X: dat je Ducati's (de Multistrada uitgezonderd) hoe dan ook niet moet beschouwen als serieuze vervoermiddelen, maar als recreatieproducten. Je stapt op een Ducati – net als op een Harley-Davidson – om lol te hebben in de beleving van het rijden, al is die bij HD zo'n beetje tegenovergesteld aan die bij Ducati. Is Harley-Davidson vooral show, Ducati is vooral... Ducati. En wie voor Ducati een zwak plekje in zijn hart heeft, bedekt veel, zo niet alles, met de mantel der liefde.
En dan blijkt de Monster M796 vooral de welbekende trip down memory lane. Hoewel de M796 met zijn 87 pk maar liefst 14 pk sterker en 18 kilo lichter is dan de M900 van 1993, doet de rijervaring sterk denken aan toen, met grote dank aan het karakter van de luchtgekoelde L-twin met twee kleppen per cilinder (tegenwoordig nog hoogst zeldzaam), die zijn kracht aflevert alsof je aan een enorm elastiek hangt. In combinatie met de welbekende Ducati-dreun uit de dubbele uitlaten en de gretigheid waarmee Ducati's bochten aanvallen, kun je niet anders dan glimlachen. Maar zoals gezegd: dat geldt dus alleen voor mensen die een zwak hebben voor Ducati, of bereid zijn een nieuw zwak plekje in hun hart te creëren.
Enter Julian, de enige man ter wereld met zestien hartkleppen...
"Voor een 'ware Ducati-ervaring' moest ik per se de Monster testen. Om precies te zijn de M796 20th Anniversary. De Monster dus. Een motor die vaak wordt afgedaan als 'vrouwenmotor'. Maar dat is een Kawasaki ZXR400 eigenlijk ook, en daar heb ik jarenlang met de grootste lol op rondgereden.
En een monster is het!
De eerste kilometers waren even wennen. Na een klein kwartiertje rijden was ik het eigenlijk al zat. Hij pakt rottig op. Alleen met een slippende koppeling kun je rustig wegrijden. Alles onder de 4.000 toeren rijdt voor geen meter. Het bruikbare toerenbereik ligt tussen de 4.000 en 8.000 toeren, waardoor je vaak moet schakelen. De toerenbegrenzer grijpt al bij 9.000 toeren in. En dat is vreemd met een toerentellerbalk die tot 12.000 loopt. De Monster heeft zes versnellingen, net als andere motoren. Maar de vijfde en zesde zijn totaal zinloos. Op de snelweg lijkt het blok zich beter op z'n gemak te voelen in de vierde versnelling dan in de vijfde of zesde. Ook harder rijden maakt het blok niet prettiger. Daarbij wil je ook niet harder dan 120 à 140 km/u op een Monster.
De digitale snelheidsmeter, die diep in het slecht leesbare cockpitje verstopt zit, is onderweg lastig af te lezen. Ook de retro ogende spiegels veranderen constant van stand, waardoor ik de hele tijd met de spiegels aan het vechten was. Steeds wanneer ze eindelijk goed stonden, zorgde een hobbel of rem-actie wel weer voor een gewijzigd beeld naar achteren. En dan die voorvork, waarom is die zo vreselijk slap? Ook het blok leek niet gemaakt om soepel op het gas te kunnen rijden. Alles hokt en bokt. Net toen ik dacht dat ik genoeg had om over te zaniken, bleek de motor ook nog eens niet te willen starten. Net na een tankbeurt. Dus met een volle tank. En met een inmiddels broeiend (van de zon) zeiknat pak (van de zomerse stortbuien) probeerde ik de Monster in m'n eentje te duw-starten. Zucht... Wat een Monster zeg! Is dit het dan? Is dit mijn eerste kennismaking met een zogenaamd echte (letterlijk) Duw-gaat-ie? Oké, de Diavel was eigenlijk de eerste, maar dat ding is zo apart, dat is niet een échte Ducati te noemen. Het ouderwetse 'Ducati-gevoel' is alleen te ontdekken op een 2013-Monster, volgens Michiel. Deze M796 20th Anniversary zou zelfs nog het meest lijken op de allereerste Monster van twintig jaar geleden. Misschien moesten de Monsters twintig jaar geleden aangeduwd worden? Ik weet het niet. In die tijd moest ik nog gewoon trappen. Op mijn fietsje dan.
Een Duc is blijkbaar niets voor mij. Einde verhaal dus? Nadat ik mijn route vervolgde (ik moest ook nog iets ophalen) heb ik zo veel mogelijk de snelweg gemeden om de machine eens echt goed uit te kunnen proberen. Geen gestress op een drukke weg. Maar rustig de mogelijkheden en eigenschappen van de Monster ontdekken. En de Monster moet je ontdekken. Je moet er blijkbaar eerst even tegen schelden om er daarna mee te leren dansen. Bochten, hangen, gummen, het gas er op, remmen. Ineens zat ik lekker op m'n plek. En begon ik er lol in te krijgen. Je kunt alles met de Monster, zolang je er maar niet om vraagt, want met vragen kom je nergens.
Je moet bevelen uitdelen. Trappen, door de versnellingen. Poken met je gashendel. Trekken en duwen aan het stuur. En knijpen in het remhendel. Potverdorie, wat zijn die remmen heerlijk van dit monster. Het abs werkt echt fantastisch. Subliem! Na wat gepruts met de settings kreeg ik het voor elkaar om het abs uit te schakelen. Maar de Monster is zowaar leuker met abs ingeschakeld. Dat is nog eens een primeur! Het blok is ook een openbaring, zolang je niet onder de 4.000 toeren gaat rijden (en ook niet meer dan 4.000 toeren daarboven) wordt het rijden ineens Monsterlijk leuk! Een dikke roffel uit de twee pijpen van het luchtgekoelde tweecilinderblok, dat in de juiste toeren echt wel wat wil. De stuureigenschappen die ook echt niet mis zijn. Zelfs een knietje aan de straat bleek prima mogelijk. Het duurde even eer ik de Monster begreep. Met deze motor moet je niet op vakantie willen. Ook een rondje IJsselmeer is niks. Snelweg? Nee, ga weg! Een dagje Duitsland of weekendje Ardennen? Niet aan beginnen. Op de Monster moet je zo nu en dan kleine stukjes rijden of gewoon dagelijks mee naar je werk. Mits je niet te ver van je werkt woont. Toen ik – eindelijk – de ware Ducati-ervaring ontdekt had, bleek het toch wel weer lastig om afscheid te moeten nemen. Ik was zelfs zo gewend aan dit monster, dat mijn eigen motor een beetje vreemd aanvoelde. Beetje een groen monster."
Aldus Julian, die normaal gesproken over zijn nek gaat van elke motorfiets die niet gifgroen is en een viercilinder zestienklepper heeft en ZX-6R 636 heet, of het zou de Triumph Daytona 675R moeten zijn.
Enter beginnend motorrijdster Wanda, die alleen al vanwege haar eigen lay-out nooit zou mogen plaatsnemen op iets anders dan een veerkrachtige tweecilinder. Komt zij weg op de M796, die niet van z'n plek te hengsten zou zijn zonder uitbundig slippende koppeling? Haar opleiding is fenomenaal geweest, want ze rijdt gewoon weg, overleeft het testtraject zonder incidenten en heeft eigenlijk alleen opmerkingen over het geluid en de trillingen van de Ducati.
Waarop we slechts kunnen antwoorden: "Beleving."
Is de M796 geschikt voor woon-werk? Ja, hoor. Gaat best. Het vermogen van de M796 is net wat je tekort komt bij de kleinere M696. De 87 pk zijn prima te doseren als je geen bezwaar hebt tegen het gebruik van de koppeling en de fiets als geheel is onder alle omstandigheden doodeenvoudig in de hand te houden. Op de snelweg heb je bij legale snelheden relatief weinig last van de wind, en zolang het niet regent, ook niet van de regen.
Qua sex-appeal – altijd belangrijk geweest bij de Monster, die als design study aan zijn leven begon – ben je niet meer zo exclusief als twintig jaar geleden, want de Monster is inmiddels in al zijn gedaanten een bekende verschijning, maar het blijft een retestrakke fiets. En al die kleine onhebbelijkheden... Mantel der liefde. Je wilt een Ducati? Niet zeuren dan.
{jcomments on}