Test: Triumph Street Twin (2016)
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Street Twin (2016) |
Specificaties |
Fotogalerij |
Video |
Alle Triumph tests |
We willen een klassiek modelletje van een klassiek merk en we willen hypermoderne techniek? Zoek niet verder. De Triumph Bonneville Street Twin is helemaal van deze tijd.
Met 40,5 kW (55 pk) zit de Triumph Bonneville Street Twin maar 5,5 kW boven de maximaal toegestane 35 kW van het A2-rijbewijs, en dat verheft de eigenaar meteen al ver boven de motorrijdende middenmoot. Hoe koel ben je wel niet als je een volledig A-rijbewijs hebt en rustig op een veel zwaardere en/of snellere machine zou mogen stappen, maar genoegen neemt met 55 pk?
De Street Twin is een dikke middelvinger naar alle mensen die denken dat motorplezier afhankelijk is van pk's. Met een koppel van 80 Nm bij 3.230 toeren per minuut ben je bij een stoplicht gerust eerder weg dan de gemiddelde boodschappenauto, en dat kun je ook nog makkelijk vol gas doen aangezien er tractiecontrole paraat staan om een mogelijk doorslippend achterwiel in het gareel te houden.
De geheel nieuwe, watergekoelde, 900 cc metende, 8-kleps staande paralleltwin heeft minder (!) pk's dan de luchtgekoelde twin die we kennen uit de America, Bonneville (SE), Bonneville T100, Scrambler, Thruxton en Speedmaster. Die hadden namelijk tussen de 61 en 67 pk. Best apart, want normaal gesproken zou je meer pk's halen uit een watergekoeld blok. Waarom dan toch dat nieuwe blok? Om aan de eisen van de tijd te voldoen. Het nieuwe blok voldoet aan de laatste milieunormen (Euro 4) en is uiteraard ontworpen met alle beschikbare elektronische hocus pocus (drive by wire, tractiecontrole) in het achterhoofd. En wie denkt dat het blok een stap terug is, het maximaal koppel van de oude Bonnevilles lag tussen de 68 en 72 Nm.
De Triumph Bonneville Street Twin (2016) en zijn voorganger, de Bonneville (2010)
Modern
Tractiecontrole dus, abs uiteraard, beide uitschakelbaar, een slip-assist koppeling, led-achterlicht, een digidash met handige wetenswaardigheden als de gekozen versnelling en de actieradius, en – jawel – een usb-oplaadpunt én nog eens een startonderbreker (transponder in de sleutel) om boefjes het leven zuur te maken. En alsof het allemaal nog niet genoeg is, een geheel nieuw chassis en nieuwe vering.
We mogen stellen dat Triumph niets heeft nagelaten om van de Street Twin een waardige opvolger te maken van de ook al helemaal niet beroerde oude Bonnevilles. Er is behouden wat goed was – het klassieke uiterlijk en de prima rijeigenschappen – en vervangen wat aan vervanging toe was: álle 'ouderwetse' techniek.
Voor een prijs van € 9.900 (niet duurder dan de oude Bonnie) krijgt de koper een no-nonsens retrofiets waar elk postuur op past, die uitblinkt in niets, of juist alles. Waarmee we bedoelen dat de Street Twin zeker niet de keuze moet zijn voor iemand die overal als eerste wil zijn, maar vooral voor motorrijders die wel zien wanneer het eindpunt in zicht komt. Het motorvermogen is, als gemeld, niet spectaculair, en het onderstel is daar op afgestemd. Letterlijk iedereen kan lekker tuffen met de o zo lieve en handelbare Street Twin, niet gehaast door wie of wat dan ook, of ouderwets doorkachelen, hoe dan ook genietend van de kenmerkende roffel uit de Vance&Hines uitlaten.
Nee, die zijn niet standaard, maar dat is het gemonteerde fly-screen ook niet en dat zijn de tassen ook niet. Meer dan 150 'stijlvolle accessoires' heeft Triumph in de rekken liggen voor de Street Twin, en ook dat is modern, want we zien tegenwoordig wel bij meer motormerken – in navolging van Harley-Davidson – eindeloze accessoirelijsten. Goed voor de handel, leuk voor de klanten.
In het geval van de Street Twin voor Stadsmotor.nl zijn we erg blij met het ruitje dat net de wind van de borst houdt en de tasjes waarin we makkelijk vier broden kwijt kunnen. Rijdend valt alle haast ons af en dat is erg prettig in het tijdperk waarin alles snel lijkt te moeten... Op de Street Twin hoeft helemaal niets.